Plaatsbeschrijving : Plaatsbeschrijving voor aanvang en na einde van huurceel
- Voor aanvang huur: Deze plaatsbeschrijvingen dienen opgemaakt te worden ter voorkoming van discussies tussen de eigenaar van een gebouw en de huurder ervan.
- Na afloop huur: een beschrijving van het gebouw, met de nadruk op de verschillen met de plaatsbeschrijving voor de aanvang van de huur.
De plaatsbeschrijving bij aanvang huur beschrijft de toestand van de plafond-, muur- en vloerbekledingen, van het sanitair en de verwarmingstoestellen, ramen en deuren, enz. … en dit in alle lokalen van het gebouw.
De plaatsbeschrijving bij einde huur omhelst de teruggave van de gehuurde goederen aan de verhuurder door de overhandiging van de sleutels en de raming van de huurschade ten laste van de uittredende huurder.
Een plaatsbeschrijving kan ook als bewijsmateriaal dienen op een rechtbank.
Sinds 18 mei 2007 is de nieuwe huurwetgeving van kracht en is een plaatsbeschrijving bij elke huurovereenkomst niet langer facultatief.
Het gewijzigde artikel 1730 van BW bepaalt dat de partijen verplicht zijn een omstandige plaatsbeschrijving op te stellen, op tegenspraak en voor gezamenlijke rekening. Alle contractuele bepalingen welke in strijd zijn met het artikel 1730 zijn nietig.
Deze plaatsbeschrijving dient toegevoegd te worden, als bijlage, bij registratie van het huurcontract.
De plaatsbeschrijving bij aanvang huur moet worden opgemaakt binnen de 15 dagen voor een huurperiode van minder dan één jaar, binnen de maand voor een huurperiode meer dan één jaar.
De plaatsbeschrijving bij einde huur moet worden opgemaakt tussen de datum dat de huurder zijn meubelen verwijderd en de einddatum van de huurovereenkomst, waarbij de huurder het recht heeft om de gehuurde lokalen te betrekken tot de allerlaatste dag.